Vliegveld in Melsbroek
Na de invasie beginnen de Duitsers al vlug met de bouw van een vliegveld op het grondgebied van Melsbroek, nabij het Belgische militaire reservevliegveld "Steenokkerzeel". Op de plaats waar tot september 1940 nog een heuse windmolen stond, verschijnt de nieuwe Fliegerhorst of luchtmachtbasis van Melsbroek. In maart 1943 kan de Luftwaffe al gebruik maken van drie verharde startbanen.
Na de bevrijding (3 september 1944) worden dezelfde banen gebruikt door onder meer Spitfires, Typhoons, Wellingtons, Mosquito's en Mitchells. Het dorp van Melsbroek heeft wel gekreund onder de bommen: op 10 april 1944 kwamen 21 onschuldige burgers om tijdens een bombardement. Heel wat van de Duitse infrastructuur van Melsbroek komt na de vijandelijkheden in handen van de Britten en precies in die gebouwen zal de burgerluchtvaart zich vlak na de oorlog gaan vestigen. De eerste naoorlogse passagiers zijn o.a. Britse krijgsgevangenen op weg naar hun vaderland. Ze worden teruggevlogen met omgebouwde B-17-bommenwerpers van het Zweedse ABA (Aktiebolaget Aerotransport,) de zogenaamde Felix-flights.
Een burgerluchthaven
Het zwaartepunt van de burgerluchtvaart zal zich na de Tweede Wereldoorlog verplaatsen van Haren naar Melsbroek. Onderhoud van Sabena-vliegtuigen zoals de DC-4 blijft nog tot begin jaren vijftig op Haren. Om met passagiers te vertrekken rijden de vliegtuigen dan op de kilometerslange taxiweg van Haren naar Melsbroek, soms vliegen ze leeg tussen beide luchthavens. Tussen 1947 en begin 1949 verlaten alle regelmatige luchtvaartmaatschappijen Haren om zich op Melsbroek te vestigen. De burgerluchthaven van Melsbroek wordt op 20 juli 1948 officieel geopend door de Prins Regent.
De Regie der Luchtwegen (RLW), opgericht op 20 november 1946, werkt zeer hard om België na de Tweede Wereldoorlog een burgerluchthaven met internationale allure te bezorgen. Algauw landen hier trendsetters als Pan American World Airways (PAWA). Nieuwe vliegtuigloodsen worden gebouwd aan de kant van de Haachtesesteenweg (Fromson/ Herpain, nu gebruikt door de 15 Wing Luchttransport) en vanaf eind jaren veertig reeds op het grondgebied van Zaventem.
In het jaar 1950 maken 240.000 passagiers gebruik van Melsbroek, dat zijn er minder dan vandaag in één week van Brussels Airport vertrekken. Vanaf 1951 worden reeds rondleidingen georganiseerd voor een steeds grotere groep geïnteresseerden. Het zijn de voorlopers van de Guided Tours van Brussels Airport Company. Een rondleiding duurt zowat een uur en wordt voorafgegaan door de vertoning van een film in een eigen bioscoopzaal.
Verbinding met het spoor
Op 15 mei 1955 huldigt de jonge Koning Boudewijn de spoorwegverbinding in tussen het stadscentrum van Brussel en Melsbroek waarna de "Bwana Kitoko" vertrekt op zijn eerste triomfantelijke Congoreis. Hiermee zijn we beslist de eerste luchthaven met een vrijwel perfecte integratie tussen het spoor- en luchtverkeer. Passagiers kunnen zich laten registreren in de Sabena Air Terminus aan het Centraal Station, tot aan hun vliegtuig sporen en aan boord stappen van hun propliner zonder zich zorgen te maken om hun bagage.
Daarnaast bouwt Sabena ook een helikopternetwerk uit dat passagiers tot in het centrum van Brussel brengt, tot op de helihaven van de Groendreef of - later - tot bij de wereldtentoonstelling.