Luchtdoop voor burgers
In de Eerste Wereldoorlog bouwen Duitse troepen een houten zeppelinloods op het grondgebied van Haren en Evere. Na de wapenstilstand neemt de Belgische Militaire Luchtvaart het terrein en de achtergelaten infrastructuur over. De loods wordt gebruikt om de vliegtuigen te stallen die door de Duitsers zijn achtergelaten. Een aantal ervan zal later worden gebruikt voor de eerste luchtdopen voor burgers.
De prille luchtvaart kan al snel rekenen op de belangstelling van het Belgische koningshuis. Op 31 maart 1919 ondertekent Koning Albert I de oprichtingsakte van het Syndicat National pour l'Etude des Transports Aériens (SNETA), het nationaal bureau voor de studie van de luchtvaart. Een week na haar oprichting organiseert SNETA een testvlucht met een afgeschreven Duitse bommenwerper: 2 passagiers worden van Brussel naar Londen gevlogen. Van daar gaat het via Parijs terug naar Haren. De vlucht duurt zeven en een half uur.
Al snel komen er lijndiensten van Brussel naar Parijs en Londen. De eerste passagiers die op Haren vertrekken, komen samen in een houten gebouw aan de kant van de Haachtsesteenweg. Nadat een zware brand in 1921 de grote houten loods en een groot deel van de SNETA-vloot vernielt, wordt gekozen voor vliegtuigloodsen in baksteen.
Eerste terminal
SNETA-opvolger Sabena krijgt in december 1923 toelating voor de bouw van een echte luchthaventerminal. Op 12 februari 1925 vertrekt de Handley Page W8f O-BAHO "Princesse Marie-José" van Sabena voor een eerste Congovlucht. Een week nadat Charles Lindbergh met zijn "Spirit of St.-Louis" van New York naar Parijs vliegt, landt hij op het Harense vliegveld. De held wordt in Brussel ontvangen door Koning Albert I en Koningin Elisabeth.
Het luchtverkeer blijft gestaag groeien en op 29 september 1929 wordt de nieuwe luchthaventerminal in gebruik genomen. Hoewel Haren nog een grasbaan heeft, wordt voor het luchthavengebouw een betonnen platform gegoten. Zo moeten de passagiers bij slecht weer niet langer door het slijk naar hun vliegtuig.
In die vroege jaren van onze burgerluchthaven was er trouwens geen sprake van een startbaan: op het grote grasveld werd gewoon tegen de wind opgestegen. In het midden van het plein was een windroos getekend en een rookpot gaf de windrichting aan. Nog tot diep in de jaren dertig mochten zelfs zweefvliegtuigen gebruik maken van het vliegveld van Haren.
Internationaal aanbod
Naast Sabena gebruiken midden jaren dertig al heel wat internationale luchtvaartmaatschappijen onze nationale luchthaven: Imperial Airways, Air France, KLM, Deutsche Lufthansa, Hillman's Airways (naar Londen met een tussenstop in Het Zoute) en British Continental Airways. Pooling en nauwe samenwerking van luchtvaartmaatschappijen zijn ook in die dagen de gangbare praktijk. Het vliegveld telt ondertussen zowat 45.000 vliegbewegingen per jaar (in 2017 zijn dat er 237.888). Op Haren begint men dan ook na te denken over modernisering en uitbreiding.
Op 23 februari 1935 lanceert Sabena de eerste regelmatige lijndienst naar Congo, tien jaar na de legendarische trip van pionier Thieffry en zijn bemanning. Van een volledige modernisering van de Harense infrastructuur zal echter geen sprake meer zijn: op 10 mei 1940 vallen de Duitse troepen België binnen en een week later wordt het vliegveld ingenomen.